Adaptief onderwijs:
Ons pedagogisch en didactisch handelen is gebaseerd op de kern van het adaptief onderwijs; het voldoen aan de drie basisbehoeften: relatie, competentie en autonomie.
De rol van de leerkracht is hierin zeer belangrijk.
Dit begint bij ervoor te zorgen dat elk kind zich welkom, geaccepteerd en gewaardeerd voelt. Daarbij is het belangrijk om goed te zien wat kinderen nodig hebben, met het handelen van de leerkracht een ‘steigertje’ neer te zetten om het kind verder te helpen in de zone van de naaste ontwikkeling.
In het lesgeven zetten we bij het vormen van deze steiger effectieve instructie in, in de vorm van het EDI lesmodel; een manier om te zorgen dat alle kinderen de lesdoelen behalen.
De leerkracht geeft de kinderen feedback en complimenten gericht op een groeiende mindset waardoor hun lerende vermogen vergroot.
Behalve de kracht van de leerkracht, benutten we ook de kracht van het leren van elkaar en van verschillende werkvormen (coöperatief leren).
In het leren is altijd een opbouw aanwezig van het informeel handelen (doen), via het handelen aan de hand van voorwerpen of afbeeldingen, vervolgens het handelen aan de hand van denkmodellen, naar het formeel handelen (abstract). Het leren wordt hiermee in een betekenisvolle context aangeboden.
Ook op het gebied van wereldoriëntatie vinden we deze betekenisvolle context belangrijk; door de vakken aan te bieden als thema, gaan de onderwerpen meer ‘leven’.
Door in te zetten op de 6 competenties van het verdiepend leren willen we de leerlingen ook leren om te leren, zodat ze onze steiger bij het verlaten van de basisschool niet meer nodig hebben:
1. Kritisch denken
2. Communicatie
3. Creativiteit
4. Burgerschap
5. Samenwerking
6. Karakterontwikkeling